Het gesprek gaat dan waarschijnlijk als volgt: “Ik heb een Schotse Terriër.*  Weet jij hoe ze getrimd moeten worden?” “Maar natuurlijk, mevrouw X,” zeg je dan vol vertrouwen en boekt de afspraak in, maar zodra je de telefoon neerlegt, slaat de paniek toe. Je hebt dit ras nog nooit op de trimtafel gehad. Je hebt geen flauw idee hoe je het ras überhaupt moet trimmen. Wat nu?!

Allereerst: GEEN PANIEK! Ik deel hieronder drie dingen die je moet weten om elk ras te kunnen trimmen:

1. Sterke technische vaardigheden: Als je basisvaardigheden op het gebied van scheren, werken met opzetkammen, knippen, inkorten, uitdunnen en plukken goed zijn, moet je in staat zijn om dit varkentje te wassen zonder al te veel problemen. 
2. Kennis en begrip van de anatomie van de hond: Als je begrijpt dat botten en spieren de hond maken, wordt het allemaal makkelijker
3. Weten hoe je de rasstandaard moet vertalen: De rasstandaard vertalen naar de hond die op je tafel staat, is uiteindelijk het puntje op de i. 

Maar hoe zorg je er nu voor om zelfverzekerd te zijn als die klant over de drempel stapt? De volgende stap is om het ras op te zoeken in diverse naslagwerken. Een Toepoels hondenencyclopedie (of een vergelijkbaar boek) is de meest voor de hand liggende manier om te beginnen. Op de website van de Raad van Beheer en de FCI kan je de rasstandaard ook kan vinden. Lees de rasbeschrijving en de geschiedenis van de hond. Na een korte scan krijg je al een goed beeld van de grootte, het karakter, de structuur en de vachtsoort. En natuurlijk gaan deze beschrijvingen gepaard met diverse foto’s. 

Nu je de eerste informatie over het ras hebt vergaard, ga je de trimboeken er op naslaan. Lees de instructies en vergelijk deze met wat je hebt gelezen in de rasstandaard. Het internet is een waardevolle bron van informatie. Gebruik het verstandig. De meeste rassen hebben een rasvereniging en deze hebben over het algemeen tegenwoordig een eigen website. Kijk naar foto’s van de kampioenen in de galerijen en met een beetje geluk vind je zelfs richtlijnen over de verzorging en en een trimschema (of links daar naar). Wij trimmers zijn visueel ingesteld. Een foto zegt meer dan duizend woorden. Google is hierbij je beste vriend, vooral Google Images. Gebruik hierin zoekwoorden als ‘Nederlands kampioen Dwergschnauzer’ of ‘World Winner English Springer Spaniël’. Ook op de website van de Raad van Beheer staan goede rasvertegenwoordigers. Wees selectief in het zoeken en selecteren van informatie en beeldmateriaal. Er staat heel veel goeds op het internet, maar ook veel rotzooi. Video’s kunnen je ook helpen, maar niet elke ‘how to video’ op You Tube is van waarde in een tijdperk waarin iedereen een video online kan zetten. Ga naar betrouwbare bronnen die echt gekwalificeerd zijn om aan te tonen hoe je een bepaald ras moet trimmen. De moeite die je in het onderzoek steekt, zal de inspanning meer dan waard zijn. 

Als hondentrimmer gaan er veel honden door onze handen. Het is zeldzaam en spannend om een ras voorgeschoteld te krijgen waar je niet bekend mee bent. Hoewel het steeds minder vaak voorkomt (maar ook voor mij was de Pumi een paar jaar geleden er zo een), geniet ik echt van de uitdaging om een nieuw ras te leren. Het uitzoeken wat ik moet doen om de hond er uit te laten zien hoe het hoort, of zou kunnen zien, als de eigenaar hem goed verzorgt. 

En soms heb je je huiswerk tot in de puntjes gedaan, sta je te trappelen om dit nieuwe ras te trimmen en dan komt er een klittenbaal binnen die je alleen maar kaal kan scheren…